Als een god in Frankrijk
Na de eerste nacht in Frankrijk trekken we ’s ochtends onze, nog net iets te klamme, schoenen aan. Naar beneden voor het beloofde ontbijt in het rommelige huis van een mevrouw dat ook als hotel gebruikt wordt. De eigenaar tettert er vrolijk op los in het Frans terwijl ze toch wist dat wij er geen woord van snappen. Als ze het maar vaak genoeg zegt gaan we het uiteindelijk wel begrijpen zien we haar denken. We realiseren ons allebei dat het nog 2 hele langen maanden gaan worden als we niet snel onze kennis van de franse taal gaan bijspijkeren.
Honger
Maar dan mogen we toch aanschuiven, alles staat al klaar. Eerst maar een boterham. Freek laat per ongeluk het sneetje brood uit zijn handen vallen en maakt een deuk in de tafel, een niet al te best voorteken. Het stokbrood is nog wel dit jaar gemaakt maar stilt de honger niet echt. Zullen dan maar iets bij de supermarkt halen? We besluiten het niet te doen, het is namelijk 500 meter terug en hebben geen zin in extra meters. We halen wel wat in het volgende dorp op de route, het is maar 5 kilometer verder.
Met goede zin vetrekken we en worden hartelijk uitgezwaaid terwijl we nog steeds bedolven worden onder een stortvloed van Franse woorden. De trek is groot wanneer we het dorp dichterbij zien komen. We gooien de tassen op de grond en een van ons gaat kijken waar de winkeltjes zijn terwijl de ander op de rugzakken past. Er is niets, een flinke tegenvaller. Op naar het volgende dorp dan maar, nog eens 5 kilometer verder. Maar ook daar hetzelfde verhaal, er is helemaal niets. We beginnen nu toch wel stevig te balen en proberen onze magen maar een beetje te vullen met bramen die we langs de weg vinden. We lopen dorp na dorp in de brandende zon en hebben ook nog eens veel te weinig te drinken bij. We vragen 2 spelende kinderen of ze een glaasje water hebben en geven ons een fles mee voor onderweg. Oh, wat is dat lekker!
(onder de video gaat de tekst verder)
Vriendelijke Belgen
Na 25 kilometer houden we het niet meer uit en bellen maar gewoon ergens aan. Uiteraard begrijpt de oudere vrouw die de deur opent onze Franse steekwoorden niet en raken lichtelijk geïrriteerd. Ze brengt ons naar de enige persoon in het dorp die Engels spreekt en aldaar krijgen we uiteindelijk te eten. We blijven hierna nog even gezellig kletsen in de tuin voordat we weer verder trekken.
Zo, dat is een opluchting. We kunnen de dag nu tot een goed einde brengen. Nadat we de tent hebben opgezet lopen we maar meteen het dorp in om op een terrasje eerst maar eens wat te drinken. We vinden een tafel naast 2 Belgen en raken aan de praat. We leggen uit waar we naar toe lopen en voor welk doel. De belgen staan erop dat ze onze rekening betalen want op die manier lopen ze toch een stukje mee.
Terwijl de zon ondergaat wordt er nog eens geproost. Alle 4 voelen we ons gelukkig. De twee Nederlanders genieten na een lange dag van de vriendelijkheid van onze tafelgenoten. De belgen genieten omdat ze voor hun gevoel net een heel stuk gewandeld hebben.
Voor meer informatie ga naar www.wereldzonderkopzorgen.nl
Sluiten