Publicatiedatum: zondag 7 september 2014, BredaVandaag.nl
We hoopten natuurlijk op een reis zonder blessures, 2750 kilometer lopen en daar dan helemaal ongeschonden vanaf komen. Van de week liepen we precies op de helft van die 2750 kilometer en we kregen steeds meer het idee dat het zou kunnen gaan lukken. Ik had wel een beetje last van mijn linkervoet, maar kleine kwaaltjes hebben we al genoeg gehad en gaan vaak snel over. Nee hoor, wij lopen gewoon pijnloos door tot het einde.
Maar helaas. Op de dag dat we de 1375 kilometer hadden gehaald ging het mis. De voet waar ik al last van had bleek inderdaad niet op zijn sterkst te zijn en ik ging er goed doorheen. Hoewel mijn enkel al sinds groep zeven in rekbare conditie is (een klasgenoot trapte een keer iets te hard tegen mijn enkel in plaats van de bal), en het meestal blijf bij het even-verzwikken-en-vlug-weer-doorlopen (hopen dat niemand het gezien heeft), was het deze keer goed raak. Waarschijnlijk ietswat oververmoeid.
Het is niet dat ik niet meer kon lopen, maar steeds na een uur wandelen wordt de pijn erger en aan het eind van de dag – als ik wat langer stilzit – voel ik mijn voet pijnlijden en herstellen. Jammergenoeg herstelt mijn voet deze keer niet na één nacht slapen, zoals eerder wel bij andere kwaaltjes, zodat ik na een paar dagen toch maar besloot een dokter te bezoeken.
De dokter in La Réole (een klein stadje zo’n 100 kilometer ten zuid-oosten van Bordeaux) schrijft twee dagen rust voor, wat medicatie en een steunkous. Daar zaten we dan gister in La Réole. Vol energie om over acht dagen Spanje binnen te stormen, maar tegengehouden door een enkelblessure.
En hoewel La Réole een mooi stadje is – met grote kathedraal aan het water – heb je na twee uur rondwandelen alles wel gezien. Voor mij op zich niet zo erg, ik moet toch bedrust houden. Maar Tim, nergens last van en vol met energie, moest ook opeens verplicht rusten. Misschien wel twee, drie, vier dagen. Tot mijn enkel weer zin heeft om te volledig te functioneren. Ikzelf zou er onrustig van worden. Aan de ene kant wil je door, door naar het einddoel en door naar een stad waar wel wat te doen is. En aan de andere kant wil je natuurlijk wel dat je wandelmaat zo goed mogelijk hersteld. Echt haast hebben we namelijk ook weer niet. Dat had Tim precies hetzelfde. We begrepen elkaar dan ook meteen toen ik voorstelde dat hij alvast door zou lopen naar de volgende stad, een grotere stad (waar wel iets te doen is). Hij hoeft natuurlijk niet de hele dag naast me in bed te komen liggen dit weekend.
Dus zo komt het dat we voor het eerst op onze reis niet in dezelfde stad slapen. En dat voor een aantal dagen op rij, want ik vertrek pas zondag- of maandagochtend weer die kant op. Zo leggen we een deel van de reis gescheiden af. Precies hoe de meeste wandelaars de Santiago route lopen. Alleen. Om tot zichzelf te komen. En – zoals men zegt – jezelf tegen te komen. Alleen daar geloven wij niet zo in. Jezelf tegenkomen…
Maar wie weet. Als we de komende dagen, alleenlopend en verdufd door de brandende zon, onszelf tegenkomen… Haha, oh nee. Toch niet. Mezelf tegenkomen… Wat bedoelen mensen daar eigenlijk mee? Ik hoop gewoon dat ik Tim snel weer tegenkom. En dan… Op naar Spanje. Olé!
Voor meer informatie ga naar www.wereldzonderkopzorgen.nl
Sluiten